Een stuitligging is als ware een tegenovergestelde ligging van je baby in de baarmoeder. Een stuitligging komt in meer gevallen voor dan je waarschijnlijk denkt, circa 3% tot 4% van de baby’s ligt in een stuitligging in de baarmoeder. Baby’s draaien erg veel in de baarmoeder, wat ook geen probleem is, tenzij je al 36 of 37 weken zwanger bent. Het is ook niet exact duidelijk waardoor het komt. Maar vast staat dat je er rekening mee moet houden.

Wanneer de baby in een stuit ligt heb je helaas niet de mogelijkheid om thuis te bevallen. Het is in Nederland zo, dat je dan niet thuis mag bevallen. Omdat een bevalling altijd meer complicaties met zich mee brengt als de baby in de stuit ligt.

Het is dus een heel normaal verschijnsel. Rond de twintig en vijfentwintig weken ligt circa 1 op de 3 baby’s met hun hoofdje naar boven. Enkele weken voor de uitreken datum wordt de ruimte kleiner in de baarmoeder en zoekt de baby een meer comfortabele positie. Wat in de meeste gevallen is met het hoofdje naar beneden. Wanneer de baby voor de uitreken datum niet zelf draait, zal de verloskundige een poging doen het kindje te draaien.

Zoals eerder genoemd is er niet exact een onderzaak aan te duiden, wel is geconstateerd dat het vaker voorkomt bij een vroeggeboorte, bij een meerling of wanneer het kind een geboren afwijking heeft. Al is circa 85% van de gevallen niet aan te duiden wat de exacte verklaring is voor de stuitligging van de baby in het lichaam.

Hoe zit het precies?

Dat de baby in de stuit ligt betekent niet direct een probleem en betekent ook niet automatisch een keizersnede. Een keizersnede is in veel gevallen niet nodig. Zoals eerder beschreven, beval je wel altijd in het ziekenhuis. Gezien het wat meer complicaties kan geven. Verder gaat de bevalling hetzelfde als normaal. Zo is er eerst de ontsluiting, dan moet je persen en volgt de nageboorte. Niks anders dan een normale bevalling dus, maak je hier ook niet direct zorgen om.

Er zijn verschillende soorten stuitligging, dit betekent dat de baby op een andere wijze ligt. De volgende stuitliggingen zijn mogelijk:

Baby in de stuitligging: moet ik draaien?

Dit ligt vaak nog wat gecompliceerder dan je denkt. Een keuze die je moet maken is om de baby te draaien of niet. Dit is het beste te bespreken met de verloskundigen en gynaecologen.

De ene verloskundige draait zelf, de andere zal je doorverwijzen naar het ziekenhuis. Het handmatig draaien is voor velen moeders een enge gedachte. Hierbij probeert de arts of verloskundige uitwendig het kind vast te pakken en te kantelen. Achteraf wordt ook meestal geconstateerd dat het wel meevalt. Zowel vooraf als achteraf wordt altijd een echo gemaakt, en tevens ook nog een hartfilmpje van het kind om de situatie te controleren.

De beste tijd tijdens de zwangerschap om het kind te draaien is rond de 36 tot 37 weken. Wanneer het eerder gebeurd, is de kans groot dat het kind zichzelf weer terugdraait. Wat natuurlijk voorkomen moet worden. Het draaien kan officieel tot vlak voor de bevalling, maar dit is afhankelijk van de grootte van het kind en de hoeveelheid vruchtwater dat aanwezig is. In sommige gevallen kan er ook niet worden gedraaid, omdat de baby op een rare positie ligt.

De eerste keer een baby draaien gaat ook lastiger dan een volgende keer. Dit komt omdat de baarmoeder en buikwand dan steviger zijn. Zo 40% lukt het eerste kind te draaien, bij het tweede kind en verder is dit percentage circa 50%.

Keizersnee nodig?

Wanneer je een keizersnee krijgt bespreek je met de verloskundige. Dit heeft namelijk te maken met een aantal factoren die invloed hebben.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *