Elke baby ontwikkelt zich op zijn eigen tempo de eerste jaren. Baby’s ontwikkelen zich enorm snel op vele gebieden, zo ook natuurlijk op motorisch vlak. Zo ontwikkelt de baby zich binnen twee jaar van baby naar een peuter die ‘zelfstandig’ is. Wat betekent dat er dus vele ontwikkelingen zijn in deze tijd. Tijdens het leren van de motorische ontwikkelingen, gaat er natuurlijk veel fout. Veel ontwikkelingen gaan met vallen en opstaan bij een baby. In dit artikel zullen wij ingaan op de ontwikkelingen van de baby tot en met 5 jaar.
Zo krijg je een goede indicatie wanneer hij leert kruipen, draaien, zitten, tijgeren, staan en nog veel meer.
Eerste maand
In de eerste maand leert de baby zowel op de buik als op de rug liggen waarbij de armen en benen meestal gebogen zijn. Daarnaast leert de baby zijn vuistjes gebald te krijgen, leert hij langzaam een grijpreflex te krijgen met zijn handen en na circa een maand kan de baby zijn hoofd enkele seconden overeind houden.
Tweede maand
In de tweede maand kan de baby in rugligging al wat meer, nu kan hij namelijk zwaaibewegingen maken met de armen, symmetrische stootbewegingen met armen en benen en de ogen kunnen een bewegend object volgen. Maar ook in buikligging kan de baby meer. Zo kan hij zijn hoofd en ouders optillen tot het gezicht 45° geheven is. In zittende houding kan de baby ook het hoofd iets langer omhoog houden en inmiddels kan de baby ook wat kruipbewegingen maken met armen en benen. Ten slotte zijn de knieën niet meer steeds opgetrokken tegen de buik
Derde maand
In de derde maand kan de baby al iets vasthouden met meerdere vingers, wel alleen als het de hand aanraakt. Ook kan de grijpreflex van de baby passief onderbroken worden. Inmiddels kunnen de heupen ook wat meer gestrekt worden en zijn de kin en schouders wat meer opgericht in de buikligging. Hierbij steunt de baby veel op zijn onderarmen. Ook leuk is dat de baby meer bewegingen maakt in bad inmiddels.
Vierde maand
Vanaf de vierde maand kan de baby zijn hoofd iets opgericht houden. In zithouding kan hij vaak het hoofd helemaal rechthouden met wat steun. Ook leuk is dat de baby vanaf de zij op de rug kan rollen. Ook de handen kan hij beter gebruiken vanaf de vierde maand, zo kan de baby inmiddels iets helemaal vasthouden met zijn handjes en zul je de baby wellicht zelfs zien slaan op een object met zijn handjes.
Ten slotte kan het kindje het hoofd ook verder draaien bij het volgen een object.
Vijfde maand
Inmiddels kan het hoofdje van het kindje ook in de rugligging verder opgericht worden. Een belangrijke ontwikkeling is dat de baby ook van de buik naar de rug kan rollen. In de buikligging steunt hij voornamelijk nog op de onderarmen en begint hij langzaam te steunen op zijn handpalmen. Vaak kan de baby ook met een beetje steun zelf zitten. Ook de handen hebben zich verder ontwikkeld: zo kan de baby het object vastpakken met een vlakke hand en pakt hij graag voorwerpen vast. Tevens zullen de ogen nu ook beter mee doen, ze volgen de handen nu beter.
Zesde maand
In de buikligging kan het inmiddels steunen op de handen, armen en vingers gestrekt wat betekent dat er meer bewegingsvrijheid zit voor het hoofd en schouders. Ook kunnen de benen beter worden gebruikt, wat je vaak ziet als de baby iets wilt pakken. Ook het zitten gaat in het algemeen beter, de baby kan nu vaak een minuut in zittende houding zitten. Ook het staan begint zich nu goed te ontwikkelen, de baby kan staan met steun van armen en benen. Waarbij de benen het grootste gedeelte dragen. Ook leert hij de duim beter gebruiken wat een belangrijke ontwikkeling is.
Zevende maand
Vanaf de zevende maand ongeveer kan de baby eenvoudig vanaf de buik naar de rug rollen en van de rug weer via de zij naar de buik. Ook tijdens de staande houding kan het rustig een voet optillen inmiddels. Wat je ook vaak ziet in deze periode is dat de baby alles vastpakt en er het liefst mee slaat.
Achtste maand
Inmiddels kan het kind in de buikligging zelfs op één hand steunen, waarbij de andere hand bijvoorbeeld een object kan vastpakken. Nu zie je de baby hierdoor ook meer bewegen met zijn amen en benen om een object of voorwerp vast te pakken. Inmiddels probeert de baby een poging te doen tot lopen, maar komt hij vaak nog niet echt vooruit. In deze periode zie je ook vaak dat een kind alles graag gooit, waardoor speelgoed overal gaat liggen in het huis! Inmiddels kan het kind ook twee verschillende voorwerpen vasthouden, met elk voorwerp in een andere hand.
Negen en tiende maand
De baby kan inmiddels steeds eenvoudiger staan met wat steun en heeft een betere coördinatie ontwikkelt. Zo gaat hij vaak zelf rustig zitten bijvoorbeeld. Wat ook opvalt is dat de baby een betere evenwicht heeft ontwikkelt. Ook pakt de baby veel kleine objecten met de vingers en gebruikt hij de wijsvinger veel.
Elfde en twaalfde maand
De baby kan inmiddels aardig bewegen, hij is veel losser en het bovenlichaam beweegt zich een stuk beter. Inmiddels kan de baby zelfstandig gaan zitten door op de buik te rollen, de benen te buigen en met de armen af te zetten. Ook leert de baby dat hij kan staan via de handen en voeten te gebruiken. En met hulp kan hij zelfs al een beetje lopen. Vaak zie je dat de baby ook het meubilair gebruikt om te staan. Na de twaalf maanden zie je vaak dat het kind zelfstandig kan lopen.
Het belang van de motorische ontwikkelingen van de baby
De motorische ontwikkelingen zijn erg belangrijk, het zijn alle handelingen die het kind nodig heeft in het leven. Uiteraard verschilt het per baby hoe snel ze het weer oppakken, wees dus niet bang als je kind wat achterloopt of zelfs vooruit loopt. Dit gebeurd erg vaak. Het is goed om het in de gaten te houden zodat je een indicatie hebt welke ontwikkelingen je kind allemaal al heeft meegemaakt. Bovenstaand schema geeft je een leidraad om het in de gaten te houden. Je zult je kind vaak zien vallen, dit betekent dat hij zich aan het ontwikkelen is en dat hij bezig is met nieuwe bewegingen uit te proberen. Een goede tip om meer interactie en ontwikkelingen te leren is om baby speelgoed te geven. Wat wel belangrijk is, is dat je huis wel kindveilig is. Zorg dus dat er geen gevaarlijke objecten voor de hand van het kind liggen en hij zich niet eenvoudig ergens aan kan stoten.