Seksuele opvoeding, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen

Seksuele opvoeding, je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen

Seks en seksuele voorlichting zijn begrippen waar niet iedereen even makkelijk mee omgaat of over kan praten. Toch is seksuele voorlichting in de opvoeding van je kind, heel belangrijk. En je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen. Al vanaf de baby/peutertijd kun je aandacht besteden aan seksuele opvoeding. Denk bijvoorbeeld aan het benoemen van lichaamsdelen en geslachtsorganen. Maar seksuele opvoeding gaat ook een stapje verder. Wij besloten er samen met onze pedagoge dieper op in te gaan, nadat wij afgelopen week onderstaande vraag van een bezorgde mama kregen.

Joshua is nu ruim 2 jaar. En al sinds dat hij 1,5 jaar oud is zit hij, zodra hij de kans krijgt, aan zijn plasser te voelen. In eerste instantie vond ik het nog grappig, maar nu begin ik mij zorgen te maken over zijn gedrag. Wij zijn bezig om Joshua zindelijk te maken. Hierom draagt hij vaak luierbroekjes. En met het warme weer, loopt hij vaak ook naakt door huis. Josh is dan veel bezig met zijn plasser. Hij voelt er telkens aan en wrijft er over heen. Ook heb ik ook al een paar keer gezien dat hij zich mastrubeert met zijn knuffeltjes. Hij rijdt er als het ware tegenaan. Ik vindt dit niet kunnen. Is dit wel normaal?

Peuters die mastruberen

Het antwoord op de vraag die de moeder van Joshua heeft, is ja.. het is normaal.
Jongetjes kunnen al vanaf dat ze baby zijn (zelfs al in de baarmoeder) een erectie krijgen. Ook kunnen ze klaarkomen, wanneer ze mastruberen (dit geld overigens ook voor meisjes). Het grote verschil is echter dat peuters nog niet doelbewust mastruberen. Een kind komt er per toeval achter dat het lekker voelt, wanneer iets tegen hun geslachtsdeel aan wrijft. Voor hen is het niet seksueels. Het is puur een fysieke reactie op iets wat prettig voelt. Als ouder is het dan ook belangrijk om dit niet als een seksueel iets te zien, maar als een ontdekkingstocht van je kind. Natuurlijk is het wel belangrijk om normen en waarden bij te brengen. In het voorbeeld van Joshua zou hem geleerd kunnen worden, dat hij best met zijn knuffels mag ‘knuffelen’, maar dan op zijn kamer.

Seksuele opvoeding

Wanneer beginnen met seksuele opvoeding?

Het is soms lastig voor ouders om te praten over seks en seksualiteit. Vaak wordt er dan ook gedacht om ‘het gesprek’ te hebben wanneer je kind puber is. Toch is het voor de seksuele ontwikkeling van je kind belangrijk, om zo vroeg mogelijk te starten met seksuele opvoeding. Zo kun je hiermee al beginnen als je kind nog een peuter is. Denk bijvoorbeeld aan het leren van de verschillende lichaamsdelen. Hoe leer jij je kind dat zijn/haar geslachtsorganen heten? Spreek je van piemel en vagina? Of geef je het een andere naam, waar jij je prettig bij voelt? Welke benaming je het ook geeft, het gaat er bij seksuele opvoeding om dat jij je prettig voelt bij hetgeen je bespreekt met je kind. De manier waarop jij als ouder omgaat met seksualiteit, bloot zijn etc. heeft effect op de (seksuele) ontwikkeling van je kind. Ben jij er normaal onder, dan zal je kind het ook normaal vinden.

Seksuele opvoeding bij peuters

Je zult merken dat jouw peuter steeds meer gaat ontdekken en wil weten. Zo ook over zijn lichaam en over het lichaam van de andere sekse. Seksuoloog Goedele Liekens raadt ouders aan om luchtige gesprekjes te houden met hun peuters, over verliefdheid etc. Als je kind vragen heeft, ga dan goed na wat hij precies vraagt en geef korte antwoorden. Op de vraag waar komen baby’s vandaan kun je een mooi verhaal bedenken over de ooievaar, maar je kan ook benoemen dat een baby uit een eitje en zaadje groeit. Liekens zegt dat het met name bij peuters belangrijk is om een veilige omgeving te creëren waarin zij kunnen praten over seksualiteit, liefde en genegenheid. Straf de drang naar ontdekken en vragen, van je kind niet af. Doe je dit wel, dan leer jij je kind dat seksualiteit iets is dat niet mag of hoort. Dit kan later voor problemen zorgen, wanneer je kind in de puberteit zit of volwassen is.

Verlegen kleuter

Seksuele opvoeding bij kleuters

Waar je peuter het eigenlijk nog heel interessant vond om zijn eigen lichaam en dat van anderen te ontdekken, zul je merken dat jouw kleuter dit steeds minder openlijk zal doen. Je kind gaat steeds meer ontdekken dat geslachtsdelen en seksualiteit iets is, waar een taboe op hangt. Toch blijft de interesse! In de kleuterfase (maar ook de basisschoolleeftijd) gaan kinderen vaak met elkaar experimenteren. Zo is samen doktertje spelen reuze interessant. Ook kan het voorkomen dat je kind thuis komt met het verhaal dat een vriendje/vriendinnetje met zijn/haar hand in de broek van jouw kind heeft gezeten. Als ouder kun je schrikken van deze verhalen. Maak het alleen niet te groot. Voor de kinderen is het vaak een onschuldig iets. Zij hebben nog niet die seksuele gedachten, zoals volwassen dat hebben. Wel is het van belang dat jij je kind leert wat wel en niet wenselijk is. Zo moet je kind leren aan te geven wat hij/zij wel of niet prettig vindt. Ook zal je kind steeds meer en meer vragen gaan stellen die te maken hebben met seksualiteit. Waar komen kinderen vandaan? Krijg ik daar ook haar? Wat doe je met een piemel? Kan ik ook met papa trouwen? Waarom is oom Ronnie getrouwd met oom Hans? etc. Geef ruimte en aandacht aan die vragen.

Seksuele opvoeding bij basisschool kinderen

Wanneer je kind acht jaar is moet het de basisinformatie weten over seks en seksualiteit, stelt pedagoog Channah Zwiep. Na deze leeftijd wordt het voor kinderen vaak gênant om over deze onderwerpen te praten met hun ouders. Belangrijk is dan ook om ‘het gesprek’ over seks, kinderen krijgen, menstruatie etc. te hebben voordat je kind acht is. Een ideale leeftijd om te beginnen over seks en kinderen krijgen is vier jaar. Praten over de seksuele opwinding komt vaak pas later. Dit wordt vaak ook alleen maar met leeftijdsgenoten besproken. Maar de basisinformatie over liefde, verliefdheid, zoenen, knuffelen etc dat moet een kind leren van de ouders. Dit door er technisch over te praten, maar ook door het te zien (en nee natuurlijk moet jij je kind niet laten zien dat je seks hebt, maar wel de genegenheid tussen twee partners en/of vrienden in de vorm van knuffelen etc.) Wanneer een kind opgroeit in een gezin waar affectie naar elkaar toe normaal is, dan zal dat voor je kind later in de volwassenheid ook een normaal iets zijn.

kussen

Seksuele opvoeding bij pubers en jongvolwassenen

Bespreek voor je kind in de puberteit komt, wat hem/haar allemaal te wachten staat. Benoem het krijgen van schaam-, borst- en okselhaar. Benoem menstruatie en borstgroei. Wanneer je kind weet dat dit normaal is, zal het voor hem/haar ook makkelijker zijn om het te accepteren en blij te zijn met de verandering. Pubers zijn vaak al onzeker over hun lichaam en identiteit. Als ouder kun je dit deels weghalen, door zaken te normaliseren.

Preventieve seksuele voorlichting

Waar jij als ouder toen je kind nog jong was, vooral bezig was met seksuele opvoeding door het benoemen van alles wat het om zich heen zag en voelde. Ga je vanaf dat je kind elf jaar is bezig met preventieve seksuele voorlichting. Je gaat je kind voorbereiden op zijn/haar eigen seksuele ervaringen. Leer je kind om te bedenken wat hij/zij wel en niet wil. Wat is normaal en wat niet. Zo voorkom je dat je kind bijvoorbeeld gaat denken dat de seks zoals het te zien is in veel pornofilms normaal is. Leer je kind dat het nee mag zeggen, maar ook dat het iets wel leuk of lekker mag vinden. Je zult merken, dat wanneer jij als ouder in de opvoeding van je kind over bent over seks en seksualiteit. Dat het in de puberteit voor jou en je kind makkelijker is om over deze onderwerpen en gevoelens te praten.

Seksuele voorlichting op school

Dat seksuele ontwikkeling van kinderen belangrijk is, blijkt ook uit het feit dat sinds 2012 seksuele voorlichting op scholen verplicht is geworden. Iedere basis- en middelbare school moet hier aandacht aan besteden. Wel is iedere school vrij om zelf de invulling van de seksuele voorlichting te bepalen. Uit onderzoek blijkt dan ook dat veel scholen te weinig aandacht aan dit onderwerp besteden. Er heerst nog teveel een taboe op dit onderwerp. Als ouder kun je er dan ook niet vanuit gaan, dat je kind op school leert hoe hij/zij om moet gaan met alles wat bij seks en seksualiteit komt kijken.

Boeken bij seksuele opvoeding

Hulpmiddelen bij seksuele opvoeding

Natuurlijk begrijpen wij dat praten over seks en alles wat daar bij komt kijken, niet voor iedereen even makkelijk is. Soms wil het helpen, om gebruik te maken van hulpmiddelen. Zo zijn er diverse boeken te verkrijgen die te maken hebben met seksuele opvoeding. Voor alle leeftijden zijn er verschillende (doe)boeken. Wij verzamelden een aantal leuke en handige boeken voor je.

Boeken voor kinderen;

0 – 6 jaar Ik vind jou lief, Sanderijn van der Doef
4 – 6 jaar Allereerste infoboek – seksuele opvoeding, Isabelle Fougere
6 – 12 jaar Ben jij ook op mij?, Sanderijn van der Doef
10 + Het puberboek, Sanderijn van der Doef
8 + Seks enzo, Robbie H. Harris

Boeken voor ouders;

Vrij(be)wijs, Bram Bakker
Doktertje spelen en zo, Channah Zwiep
Kleine mensen, grote gevoelens, Sanderijn van der Doef
Help mijn kind denkt aan seks!, Goedele Liekens

Help mijn kind denkt aan seks

Conclusie en tips

De belangrijkste conclusie is dat jij als ouder een belangrijke rol hebt in de seksuele ontwikkeling van je kind. Hoe meer jij het normaliseert, hoe meer jouw kind zelf zijn eigen seksualiteit zal kunnen ontwikkelen. Niet alles hoeft normaal te zijn of te worden geaccepteerd, maar het moet bespreekbaar zijn. Zo leert je kind zijn/haar grenzen kennen en bepaald hij/zij zelf wat fijn is en wat hij/zij wel of niet wil.

Tips;

  • Je kunt niet vroeg genoeg beginnen. Praat vanaf jongs af aan (geschikt voor de leeftijd van je kind) over seksualiteit, liefde, genegenheid etc.
  • Zorg dat jij jezelf gemakkelijk voelt. Bedenk voor jezelf hoe jij iets wilt noemen en/of wilt omschrijven. In hoeverre wil je dingen van jezelf bespreken? Je kind voelt het wanneer jij je ongemakkelijk voelt. Dit kan hem/haar het gevoel geven dat het iets is wat niet hoort, niet mag of waar een taboe op rust.
  • Grijp spontane aanleidingen aan om te praten over seks. Bijvoorbeeld twee koeien die paren in de wei. Dit maakt het spontaan en luchtig.
  • Bespreek grenzen en regels. Leer je kind om nee te zeggen.
  • Bespreek hoe seks wordt neergezet in de media, videoclips, pornofilms etc. Bespreek ook hoe het in ‘het echt’ kan gaan.
  • Maak eventueel gebruik van boeken en spelmateriaal om seksualiteit bespreekbaar te maken.

 

Heb jij na het lezen van dit artikel nog vragen of opmerkingen? Laat dan een reactie achter of mail ons op info@mamazijn.nl

Mamazijn logo big

Bronnen:

Delfos, M.F. (2002). Ontwikkeling in vogelvlucht. De ontwikkeling van kinderen en adolescenten. Lisse: Swets en Zeitlinger.
Doef, van der, S. (2004). Kinderen en seksualiteit, de seksuele opvoeding van kinderen van 0-17 jaar, Utrecht/ Antwerpen, Kosmos-Z&K
Kohstamm, R. (2002, herziene editie). Kleine ontwikkelingspsychologie. Deel 1: Het Jonge Kind. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.
Liekens, G. (2016). Help mijn kind denkt aan seks! Horizon
Zwiep, C. (2010). Wat is wijsheid?, Uitgeverij SWP

Hoe kinderen leren en jij dat kunt stimuleren

Hoe kinderen leren en jij dat kunt stimuleren

Tijdens de opvoeding van je kind, zie je hem telkens nieuwe dingen leren. Maar wat is leren en hoe werkt dat precies? In dit artikel gaat pedagoog Miriam in op hoe kinderen leren en hoe jij als ouder dat proces kunt stimuleren.

Definitie van leren

Voordat we het gaan hebben over hoe kinderen leren, is het handig om te weten wat leren is. Leren is het verwerken van kennis, vaardigheden en inzichten die tot gedragsveranderingen en of verhoging van onze kennis/capaciteiten leiden. Een best lastige omschrijving, van iets waarvan we allemaal enigszins wel weten wat het is. Wanneer we echt een definitie moeten geven voor het begrip leren, dan blijkt het toch lastig te zijn. Waar het simpelweg op neer komt is; wij hebben iets geleerd als er een gedragsverandering te zien is, die het gevolg is van opgedane kennis, vaardigheden en de inzichten die daarbij horen.

Hoe kinderen leren

Hoe kinderen leren is afhankelijk van een aantal aspecten. Zo leert een peuter heel anders dan een puber. Leeftijd is dus een belangrijk aspect.

Jonge kinderen
Zo leren jonge kinderen voornamelijk door te luisteren en te spelen. Door het vertellen van verhaaltjes of het zingen van liedjes, leren jonge kinderen klanken, woorden en dus taal. Door het spelen van spelletjes leren ze ook tal van vaardigheden en inzichten. Zo leert een kind door rollenspel hoe hij zich in bepaalde situaties kan/moet gedragen. Vaak gebeurt dit door imitatiespel. Het nadoen van wat papa en/of mama doet. Door regelspelen zoals bijvoorbeeld verstoppertje, leert een kind dat er bepaalde regels zijn waar het zich aan moet houden.

Oudere kinderen
Oudere kinderen leren ook door te luisteren en spellen te spelen, maar voor hen zijn ook een aantal andere aspecten essentieel. Zo is het zelf onderzoeken en opzoek gaan naar antwoorden van belang. Op deze manier leert je kind een weg te vinden in alle informatie die beschikbaar is. Ook leert je kind zo op welke manier hij het beste leert. Dit noemen we het bepalen van zijn eigen cognitieve strategieën en dus het vinden van zijn eigen leerstijl.

Naast het zelf onderzoeken is het ervaren en herproduceren ook van belang voor oudere kinderen. Door vaardigheden te ervaren en door te doen leert je kind wat wel en niet kan. Herproduceren van de opgedane kennis is een belangrijk aspect van leren. Met herproduceren bedoelen wij het overbrengen van zijn kennis op een ander. Als voorbeeld; Vader legt een kind uit hoe je ijsblokjes maakt. Het hele proces van vloeibaar, naar bevroren wordt behandeld. Vader laat het kind zelf ervaren door hem ijsblokjes te laten maken. Een dag later vraagt moeder aan kind hoe zij ijsblokjes kan maken en laat hem alle stappen vertellen.

Moet je slim zijn om te leren?

Vaak wordt er gedacht dat iemand met een hoge intelligentie goed kan leren, maar wat houdt dat precies in? Intelligentie is het vermogen om rationeel te denken, doelgericht te handelen en effectief met de omgeving om te gaan. Betekent dit dan altijd dat je goed moet kunnen rekenen of logisch moet kunnen denken? Volgens Gardner niet. Gardner gaat er vanuit dat intelligentie het vermogen is om problemen op te lossen en ook het vermogen is om nieuwe problemen te bedenken. Volgens Gardner is intelligentie meer is dan lezen, rekenen en schrijven. Hij spreekt van meervoudige intelligentie en onderscheidt de volgende acht intelligenties:

● De verbaal-linguistische intelligentie: taal, woorden en lezen.
● De logisch-mathematische intelligentie: getallen.
● De visueel-ruimtelijke intelligentie: beelden, ontwerpen, grafieken.
● De muzikaal-ritmische intelligentie: geluid en muziek.
● De lichamelijk-kinesthetische intelligentie: lichaam en motoriek.
● De naturalistische intelligentie: planten, dieren, waarnemen.
● De interpersoonlijke intelligentie: contact met anderen.
● De intrapersoonlijke intelligentie: kent zichzelf goed.

Verschillende fasen van leren

Gagne (1916-2002) was een psycholoog die zich bezig hield met de condities waarbij mensen het beste leren. Na jarenlange studie ontwikkelde hij een fasen model die in het onderwijs veelvuldig wordt gebruikt. Het is een instructiemodel. Wanneer jij (of een juf) je kind iets nieuws wil leren en dat volgens de onderstaande fasen doet, dan is de kans op een gedragsverandering groot aldus Gagne.

Instructiemodel van Gagne;
● De motivatiefase. Het kind moet gemotiveerd raken om te leren.
● De opmerkzaamheidsfase. Het kind richt zijn aandacht op dat wat hij wil leren.
● De opnamefase. Het kind probeert de leerstof in zich op te nemen.
● De geheugenfase. Het geleerde wordt opgeslagen in het geheugen.
● De herinneringsfase. Het terughalen van het geleerde.
● De generalisatiefase. Het geleerde kunnen toepassen in andere situaties.
● De uitvoeringsfase. Het kind laat zien wat hij geleerd heeft.
● De terugkoppelingsfase. Door middel van feedback en evaluatie blijkt of het kind aan de                                                                           verwachtingen van zichzelf of de ander heeft voldaan.

Leren

Leervormen en Leerstijlen

Nu we weten wat leren is, hoe kinderen leren en welke fases zij doorlopen in het leerproces kunnen we kijken naar verschillende leervormen en leerstijlen. Er zijn diverse vormen waarin kinderen leren (leervormen) en diverse manieren waarop kinderen leren (leerstijlen). Het is niet zo dat er een leervorm of een leerstijl de beste is. Het hangt af van de situatie, hetgeen geleerd moet worden en de voorkeur van het kind wat op dat moment de beste leervorm en leerstijl is. Wel zul je merken dat je kind een voorkeur krijgt voor bepaalde leervormen en leerstijl. Hieronder een aantal voorbeelden;

Leervormen, vormen waarin we leren;
Incidenteel leren; Ongemerkt oppikken van informatie
Memoriserend leren; Uit het hoofd leren
Feitenkennis; Leren door feiten en de verbanden daartussen te zien
Inzicht bevorderen leren.

Leerstijlen, manier waarop we (het liefst) leren;
Er zijn twee bekende theorieën over leerstijlen. Die van Kolb en Vermunt.

Kolb

Kolb (1939) is een leerpsycholoog die erg bekend is om zijn theorie over leerstijlen. Hij beschrijft de volgende vier leerstijlen;
● Doener – Concreet ervaren en actief experimenteren
● Denker – Waarnemen en overdenken
● Beslisser – Theorie het liefst in de praktijk uitvoeren
● Dromer/bezinner – Groot voorstellingsvermogen. Wil ervaren en ruimte om te overdenken.

Vermunt

Is hoogleraar didactiek en deed onderzoek naar hoe studenten denken over hun gedrag met betrekking tot hun leren. Hij beschrijft de volgende leerstijlen;
● Betekenisvolle leerstijl. Gericht zoeken, met als doel: inzicht, verbanden en samenhang.
● Toepassingsgerichte leerstijl. Gericht op toepassen en concreet maken.
● Reproductiegerichte leerstijl. Veel herhalen en memoriseren.
● Ongerichte leerstijl. Stuurloos, zonder vaste, overdachte manier.

Meisjes leren

Leren stimuleren

Nu je weet hoe kinderen leren, kun je ook beter jouw kind stimuleren om te leren. Is jouw kind bijvoorbeeld een doener, laat hem dan niet eindelijk boeken lezen om theorie te vergaren om dat vervolgens in de praktijk uit te voeren. Heb je jonge kinderen, speel dan veel met je kind en lees hem voor. Bij oudere kinderen is het belangrijk om hen zelf te laten ervaren. Laat ze risico’s in schatten en zelf dingen ondervinden. Een mooi voorbeeld van je kind zelf laten leren, is dit blogartikel van ervaringsdeskundige Maryke Mondria. Zij beschrijft hoe haar zonen “wilder” mogen spelen en daarvan leren.

Hoe zit dat bij jouw kind?

Nu je dit artikel hebt gelezen herken je dan manieren van leren, intelligenties of leerstijlen bij jouw kind(eren). Zie je het in de loop der jaren veranderen of blijft het juist hetzelfde? En wat doe jij als ouder om je kind te stimuleren om te leren? Wij zijn benieuwd naar jouw antwoorden. Laat je het ons weten in een reactie onder dit artikel?

Miriam | Pedagoog |

Mamazijn logo big

Gebruikte literatuur:
Alkema, E. e.a. (2011), Meer dan onderwijs, Assen: Uitgeverij Van Gorcum.
Janssen-Vos, F. (2013), Basisontwikkeling voor peuters en de onderbouw, Assen: Van Gorcum.
Kohnstamm, R. (2011), Kleine ontwikkelingspsychologie I.Houten: Bohn Stafleu van Loghum
Kohnstamm, R. (2011), Kleine ontwikkelingspsychologie II.Houten: Bohn Stafleu van Loghum
Plas, C. (2009), Gemotiveerd leren. Groningen: Noordhoff uitgevers

fotocredits: www.pexels.com

Stemwijzer – Mama wat stem jij?

Stemwijzer – Mama wat stem jij?

15 maart 2017 is het weer zover. Iedere stemgerechtigde Nederlander mag dan weer naar de stembus. Als het goed is heb jij in de afgelopen weken ook een stembiljet ontvangen. Wellicht weet je al wat je wilt stemmen, maar uit onderzoek blijkt dat de meeste Nederlanders nog steeds zwevende kiezers zijn. Heb jij je verdiept in de politiek en de standpunten van de diverse partijen of heb je het idee dat je nog iets stemwijzer moet worden?

Mamazijn stem wijzer

Wij van Mamazijn snappen dat het een lastige keuze kan zijn tussen al die verschillende partijen, standpunten en personen op wie je kunt stemmen. Om jou als mama te helpen hebben wij een overzicht gemaakt van een aantal standpunten die jou als mama aangaan.  Wellicht wordt de keuze op wie en welke partij je gaat stemmen duidelijker. Wij hopen van harte dat je sowieso gebruikt maakt van je stemrecht. Dit is namelijk de kans om bij te dragen aan de democratie en de toekomst te bepalen waarin jouw kinderen opgroeien.

In dit Mamazijn stemwijzer overzicht vind je de standpunten van een groot aantal politieke partijen over onderwijs, ouderschapsverlof, kinderopvang en jeugdhulpverlening. Ook hebben wij een aantal stemwijzer voor jou geselecteerd die je kunnen helpen bij de definitieve keuze.

Stemwijzer

Onderwijs

Een belangrijk thema tijdens deze verkiezingen is onderwijs. Iedere partij heeft er een of meerdere standpunten over ingenomen. Veel partijen zijn het over een aantal zaken redelijk eens. De verschillen zitten hem voornamelijk in de uitvoer. Zo is bijna iedere partij, met uitzondering van de 50Plus partij, voorstander van passend onderwijs. Veel partijen willen meer geld investeren in onderwijs. D66 is daarin het meest uitgesproken. Zij willen flink investeren in onderwijs. Zo willen zij dit geld gebruiken om de klassen kleiner te maken. Nu zitten er vaak 30 kinderen in een klas. D66, SP en GroenLinks willen klassen van maximaal 23 leerlingen. DENK wil een maximum van 25 leerlingen per klas. Op die manier willen zij garanderen dat er voor de individuele leerling meer ruimte is en dat de werkdruk/last van de juffrouw of meester omlaag gaat.

De CITO-toets is ook een belangrijk item voor een aantal politieke partijen tijdens de verkiezingen van 2017. Deze nu vaak nog bindende toets moet volgens veel partijen veranderen. De CITO eindtoets, aan het eind vande basisschoolperiode, is nu nu al vaak niet meer alleen leidend. Het advies van de juf of meester wordt steeds belangrijker. Het CDA is hier heel duidelijk over. Zij willen dat het het advies van de leraar leidend is. Hiermee is de PvdA het eens, maar niet wanneer de CITO een hoger niveau aangeeft. Dan zou de uitslag van de CITO leidend moeten zijn. VVD vindt dat het hoogste niveau altijd leidend moet zijn. SP wil kijken naar de groeipotentie van het kind, als het gaat om schooladvies. De ChristenUnie ziet de CITO als een hulpmiddel, die niet per se leidend is. De SGP wil dat scholen vrij zijn in de manier waarop zij de ontwikkelingen van de leerlingen meten. PVV is voor het afschaffen van CITO toetsen. GroenLinks vindt het van belang dat het advies dat gegeven is, gecorrigeerd kan worden op de middelbare school.

Stemwijzer onderwijs

Bij het laatste standpunt past dan ook het idee van ‘brede brugklassen’. Brede brugklas is een brugklas waarin verschillende niveaus worden gecombineerd met elkaar. Zo zitten kinderen met de niveaus mavo, havo en atheneum bij elkaar in de brugklas. Door de brede brugklassen wordt het bepalen en advies van het niveau van een kind, met een a twee jaar uitgesteld. Dus niet direct na groep acht vindt het advies (wat vaak bindend blijkt te zijn) plaats, maar na de eerste of tweede klas van de middelbare school. De SP, D66, CDA, GroenLinks en PvdA zijn groot voorstanders voor een brede brugklas. VNL vindt het belangrijk dat ieder kind kan functioneren op eigen niveau, maar laat zich niet heel sterk uit over brede brugklassen.

Als het gaat om de kwaliteit van de leraren en de kosten die dat met zich meebrengt, zijn bijna alle partijen het erover eens dat er goed geschoolde leraren voor de klas moeten staan en dat hier een passend salaris bijmoet komen. Zo vinden DENK, PvdD, VNL, SP, GroenLinks en de PVV dat leraren meer salaris moeten krijgen. De VVD vindt dat er betaald moet worden na prestatie. PvdD, SGP, SP willen universitair geschoolde leraren voor de klas hebben staan op de havo en vwo. Bijna iedere partij vindt dat er strengere eisen moeten komen aan de kunde van leraren.

Er zijn nog veel meer standpunten die bij de verschillende partijen op de lijst staan. Zoals makkelijker doorstromen na het behalen van een diploma, naar een hoger niveau. Maar ook de eigen ouderbijdrage. Zo vindt de SP dat de ouderbijdrage begrensd moet worden en altijd vrijwillig moet zijn.

 

Kinderopvang

Een ander hot item binnen de politiek, maar voornamelijk binnen de meeste gezinnen is de kinderopvang. Wellicht dat dit onderwerp jou als mama ook erg aanspreekt. Er is de laatste jaren nogal wat gebeurd op politiek niveau als het gaat om het thema kinderopvang. Zo is er meer geld vrij gekomen, om ervoor te zorgen dat er steeds meer kinderen gebruik kunnen maken van kinderopvang en peuterspeelzalen. Als we kijken naar de standpunten voor de verkiezingen van 15 maart 2017 zien we dat het vooral gaat over de vergoeding voor kinderopvang en het opzetten van kindcentra’s.

Kindcentra’s zijn voorzieningen waar kinderen vanaf hun 2e jaar tot hun 12e jaar naar toe kunnen. Deze voorziening moet een samenwerking zijn tussen peuterspeelzalen, kinderdagopvang, voorschoolse educatie, basisscholen en buitenschoolse opvang. PvdA, GroenLinks en D66 zijn groot voorstander van kindcentra’s. VVD, SGP en SP willen nog niet zo ver gaan. Zij willen wel de samenwerking tussen kinderopvang, peuterspeelzalen en basisscholen verbeteren. De ChristenUnie wil niet dat scholen worden verplicht tot integrale kindcentra. Het CDA is voor een voorschool voor kinderen van 2 tot 4 jaar, met name als het gaat om kinderen met een taalachterstand.

kinderopvang

Vergoeding voor kinderopvang is al jaren een item tijdens de verkiezingen. SGP heeft een heel duidelijk standpunt. Ouders betalen zelf de kosten voor de kinderopvang. Alleen bij financiële noodzaak over overmacht zou er een vergoeding mogelijk mogen zijn. CDA, D66 en PvdA vinden dat kinderopvang mogelijk moet zijn voor alle kinderen tussen de 2 en 4 jaar voor minimaal 3 dagdelen in de week. Dit geldt dus ook voor kinderen van niet werkende ouders. GroenLinks gaat nog iets verder. Zij willen dat er voor alle kinderen gratis opvang is en dat het weer een publieke voorziening gaat worden, die toegankelijk is voor kinderen vanaf 6 maanden.

VNL, PVV, DENK en de 50Plus partij hebben over het thema kinderopvang geen standpunten opgenomen in hun verkiezingscampagne. De PvdD vindt betaalbare opvang noodzakelijk en wil graag dat het scandinavische model van kinderopvang en basisonderwijs wordt onderzocht.

 

Ouderschapsverlof

Over ouderschaps- en met name vaderschapsverlof is de afgelopen tijd veel te doen geweest. Zo heeft een vader (partner) nu recht op vijf dagen verlof na de geboorte van zijn kind. Hierbij gaat het om 2 dagen betaald verlof en 3 dagen onbetaald verlof. Vanaf 2019 wil de politiek dit opschroeven na vijf dagen betaald verlof. Echter gaat dit veel papa’s, mama’s en gelukkig ook politieke partijen nog niet ver genoeg. Daarom besteden veel partijen tijdens deze verkiezing aandacht aan het ouderschapsverlof.

Vaderschapsverlof

 

PvdA, PvdD en het CDA willen dat vaders drie maanden betaald vaderschapsverlof krijgen. D66 is het hier mee eens, maar dan wel tegen 70% van het salaris. SP wil ook een langer vaderschapsverlof, maar wil over de lengte eerst in overleg met de sociale partners. De ChristenUnie is voor tien dagen vaderschapsverlof. GroenLinks wil vier weken vaderschapsverlof en daarna nog eens twee maanden betaald verlof. De 50Plus partij, SGP, PVV en VVD zeggen in hun verkiezingsprogramma niets over dit onderwerp.

Jeugdhulp en gezin

Voor veel gezinnen is het niet geheel vanzelfsprekend dat het goed gaat in de thuissituatie. De oorzaken en gevolgen zijn afhankelijk van veel factoren. Het kan in die situaties goed zijn om te weten welke standpunten de verschillende politieke partijen op hun verkiezingsprogramma hebben staan als het gaat om jeugdhulp en gezin.

Jeugdhulp

VVD stelt dat het van belang is om problemen bij kinderen zo vroeg mogelijk te signaleren. Hierbij is een nauwe samenwerking tussen jeugdhulp, jeugdgezondheid en het onderwijs nodig. Ook moet er bij consultatiebureaus een betere screening komen op hechtingsproblematieken. De VVD vindt dat bij kindermishandeling de dader uit huis moet worden geplaatst en niet het kind.

PvdA stelt dat jeugdhulp werkt volgens het principe 1 gezin, 1 plan, 1 hulpverlener. Vroegtijdige signalering van problemen is belangrijk. Gemeenten moeten investeren in expertise binnen de wijkteams. Ook vindt de PvdA het belangrijk dat de transitie van zorg tot 18 jaar goed overgaat in volwassenenzorg.

SP stelt dat de marktwerking binnen de jeugdzorg moet worden stopgezet. Zorg voor jongeren moet laagdrempelig worden aangeboden. Jongerenwerkers en expertise in wijkteams is daarbij van groot belang. De zorg aan 18+ jongeren moet worden verruimd.

CDA stelt dat er na deze verkiezingen een minister moet komen voor familie en gezin, in het nieuwe kabinet. De positie van slachtoffers van kindermishandeling moet worden versterkt. De dader moet ten alle tijden uit huis worden gezet en niet het kind en/of de rest van het gezin. Bij een scheiding, waarbij kinderen zijn betrokken moet er altijd een mediator worden ingeschakeld.

D66 stelt dat er genoeg aandacht moet zijn voor kindermishandeling binnen de zorg. Er moet een betere signalering plaatsvinden en sneller interventies worden opgezet. Er moet gezocht worden naar oplossingen om te voorkomen dat 18+ jongeren van de zorg radar verdwijnen. D66 wil voorkomen dat kinderen de dupe worden in een scheiding tussen ouders. Zij stellen voor dat een mediator wordt ingeschakeld en willen de leeftijdsgrens van 12 jaar, waarop een kind wordt gehoord in een scheiding, loslaten. Zij zien de grens als arbitrair.

ChristenUnie stelt dat de eigen kracht en de netwerken van een gezin moeten worden ingezet en vergroot. Er moet meer aandacht en begeleiding komen bij de prenatale voorlichting voor psychosociale aspecten van het moeder- en vaderschap. Net als het CDA vindt de ChristenUnie dat er een minister moet komen voor Jeugd en Gezin.

GroenLinks stelt dat er fors geïnvesteerd moet worden in zorg en welzijn voor kinderen en jongeren die ondersteuning nodig hebben. Ook moet er geïnvesteerd worden in preventie. Op buurtniveau moet er meer samengewerkt worden om het sociale welbevinden van jongeren/jeugdigen te bevorderen.

Partij voor de Dieren stelt dat er geen eigen bijdrage voor de jeugdzorg moet zijn. Verschillen tussen de gemeenten in aanbod en kwaliteit van de jeugdzorg is onaanvaardbaar. Wanneer de kwaliteit niet gewaarborgd kan worden wegens bezuinigingen, dan moeten de bezuinigingen maar worden teruggedraaid, aldus de PvdD.

Nog steeds een zwevende kiezer?

Mocht je na het lezen van dit Mamazijn stemwijzer artikel nog niet weten op welke partij jij, als mama, gaat stemmen? Dan hebben we voor jou een aantal stemwijzers geselecteerd die je kunt raadplegen. Wij van Mamazijn willen niets liever dan dat jij as. woensdag 15 maart met een weloverwogen keuze naar het stemhokje gaat om jouw stem uit te brengen.

stemwijzer

Stemwijzer

De volgende stemwijzers kunnen je helpen bij het maken van een definitieve keuze.
Stemwijzer 
Kieskompas
Beterstemmen
Stemwijsouders (Deze stemwijzer is speciaal gemaakt voor ouders)
Libelle kiescoach

Mocht je nog vragen en of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit Mamazijn stemwijzer artikel, laat dan vooral je reactie achter hieronder.

Mamazijn logo

 

 

Bronnen: voor dit Mamazijn stemwijzer artikel zijn diverse bronnen geraadpleegd zoals kranten (Het NRC, de Volkskrant, het Financieel Dagblad), websites (https://plusonline.nl , www.nji.nl en diverse partij sites) en televisie uitzendingen (www.npo.nl , https://rtl.nl)

Foto’s: https://pexels.com