Motorische ontwikkeling baby eerste jaar

Motorische ontwikkeling baby eerste jaar

Motorische ontwikkelingen van een babyElke baby ontwikkelt zich op zijn eigen tempo de eerste jaren. Baby’s ontwikkelen zich enorm snel op vele gebieden, zo ook natuurlijk op motorisch vlak. Zo ontwikkelt de baby zich binnen twee jaar van baby naar een peuter die ‘zelfstandig’ is. Wat betekent dat er dus vele ontwikkelingen zijn in deze tijd. Tijdens het leren van de motorische ontwikkelingen, gaat er natuurlijk veel fout. Veel ontwikkelingen gaan met vallen en opstaan bij een baby. In dit artikel zullen wij ingaan op de ontwikkelingen van de baby tot en met 5 jaar.

Zo krijg je een goede indicatie wanneer hij leert kruipen, draaien, zitten, tijgeren, staan en nog veel meer.

Eerste maand

In de eerste maand leert de baby zowel op de buik als op de rug liggen waarbij de armen en benen meestal gebogen zijn. Daarnaast leert de baby zijn vuistjes gebald te krijgen, leert hij langzaam een grijpreflex te krijgen met zijn handen en na circa een maand kan de baby zijn hoofd enkele seconden overeind houden.

Tweede maand

In de tweede maand kan de baby in rugligging al wat meer, nu kan hij namelijk zwaaibewegingen maken met de armen, symmetrische stootbewegingen met armen en benen en de ogen kunnen een bewegend object volgen. Maar ook in buikligging kan de baby meer. Zo kan hij zijn hoofd en ouders optillen tot het gezicht 45° geheven is. In zittende houding kan de baby ook het hoofd iets langer omhoog houden en inmiddels kan de baby ook wat kruipbewegingen maken met armen en benen. Ten slotte zijn de knieën niet meer steeds opgetrokken tegen de buik

Derde maand

In de derde maand kan de baby al iets vasthouden met meerdere vingers, wel alleen als het de hand aanraakt. Ook kan de grijpreflex van de baby passief onderbroken worden. Inmiddels kunnen de heupen ook wat meer gestrekt worden en zijn de kin en schouders wat meer opgericht in de buikligging. Hierbij steunt de baby veel op zijn onderarmen. Ook leuk is dat de baby meer bewegingen maakt in bad inmiddels.

Vierde maand

Vanaf de vierde maand kan de baby zijn hoofd iets opgericht houden. In zithouding kan hij vaak het hoofd helemaal rechthouden met wat steun. Ook leuk is dat de baby vanaf de zij op de rug kan rollen. Ook de handen kan hij beter gebruiken vanaf de vierde maand, zo kan de baby inmiddels iets helemaal vasthouden met zijn handjes en zul je de baby wellicht zelfs zien slaan op een object met zijn handjes.

Ten slotte kan het kindje het hoofd ook verder draaien bij het volgen een object.

Vijfde maand

Inmiddels kan het hoofdje van het kindje ook in de rugligging verder opgericht worden. Een belangrijke ontwikkeling is dat de baby ook van de buik naar de rug kan rollen. In de buikligging steunt hij voornamelijk nog op de onderarmen en begint hij langzaam te steunen op zijn handpalmen. Vaak kan de baby ook met een beetje steun zelf zitten. Ook de handen hebben zich verder ontwikkeld: zo kan de baby het object vastpakken met een vlakke hand en pakt hij graag voorwerpen vast. Tevens zullen de ogen nu ook beter mee doen, ze volgen de handen nu beter.

Zesde maand

In de buikligging kan het inmiddels steunen op de handen, armen en vingers gestrekt wat betekent dat er meer bewegingsvrijheid zit voor het hoofd en schouders. Ook kunnen de benen beter worden gebruikt, wat je vaak ziet als de baby iets wilt pakken. Ook het zitten gaat in het algemeen beter, de baby kan nu vaak een minuut in zittende houding zitten. Ook het staan begint zich nu goed te ontwikkelen, de baby kan staan met steun van armen en benen. Waarbij de benen het grootste gedeelte dragen. Ook leert hij de duim beter gebruiken wat een belangrijke ontwikkeling is.

Zevende maand

Vanaf de zevende maand ongeveer kan de baby eenvoudig vanaf de buik naar de rug rollen en van de rug weer via de zij naar de buik. Ook tijdens de staande houding kan het rustig een voet optillen inmiddels. Wat je ook vaak ziet in deze periode is dat de baby alles vastpakt en er het liefst mee slaat.

Achtste maand

Inmiddels kan het kind in de buikligging zelfs op één hand steunen, waarbij de andere hand bijvoorbeeld een object kan vastpakken. Nu zie je de baby hierdoor ook meer bewegen met zijn amen en benen om een object of voorwerp vast te pakken. Inmiddels probeert de baby een poging te doen tot lopen, maar komt hij vaak nog niet echt vooruit. In deze periode zie je ook vaak dat een kind alles graag gooit, waardoor speelgoed overal gaat liggen in het huis! Inmiddels kan het kind ook twee verschillende voorwerpen vasthouden, met elk voorwerp in een andere hand.

Negen en tiende maand

De baby kan inmiddels steeds eenvoudiger staan met wat steun en heeft een betere coördinatie ontwikkelt. Zo gaat hij vaak zelf rustig zitten bijvoorbeeld. Wat ook opvalt is dat de baby een betere evenwicht heeft ontwikkelt. Ook pakt de baby veel kleine objecten met de vingers en gebruikt hij de wijsvinger veel.

Elfde en twaalfde maand

De baby kan inmiddels aardig bewegen, hij is veel losser en het bovenlichaam beweegt zich een stuk beter. Inmiddels kan de baby zelfstandig gaan zitten door op de buik te rollen, de benen te buigen en met de armen af te zetten. Ook leert de baby dat hij kan staan via de handen en voeten te gebruiken. En met hulp kan hij zelfs al een beetje lopen. Vaak zie je dat de baby ook het meubilair gebruikt om te staan. Na de twaalf maanden zie je vaak dat het kind zelfstandig kan lopen.

Het belang van de motorische ontwikkelingen van de baby

De motorische ontwikkelingen zijn erg belangrijk, het zijn alle handelingen die het kind nodig heeft in het leven. Uiteraard verschilt het per baby hoe snel ze het weer oppakken, wees dus niet bang als je kind wat achterloopt of zelfs vooruit loopt. Dit gebeurd erg vaak. Het is goed om het in de gaten te houden zodat je een indicatie hebt welke ontwikkelingen je kind allemaal al heeft meegemaakt. Bovenstaand schema geeft je een leidraad om het in de gaten te houden. Je zult je kind vaak zien vallen, dit betekent dat hij zich aan het ontwikkelen is en dat hij bezig is met nieuwe bewegingen uit te proberen. Een goede tip om meer interactie en ontwikkelingen te leren is om baby speelgoed te geven. Wat wel belangrijk is, is dat je huis wel kindveilig is. Zorg dus dat er geen gevaarlijke objecten voor de hand van het kind liggen en hij zich niet eenvoudig ergens aan kan stoten.

Tips om de baby meer te leren praten

Tips om de baby meer te leren praten

baby leren pratenWaar we in het vorige artikel hebben geschreven over wanneer het kind leert praten, gaan we hier specifiek in hoe je kunt stimuleren om de baby meer te leren praten. De taalontwikkeling is namelijk erg belangrijk voor een kind, het is daarom cruciaal als ouders hier veel tijd aan te besteden zodat het kind zich zo goed mogelijk ontwikkeld.

De eerste woordjes zijn altijd geweldig om te horen, een moment dat je het liefst zou vastleggen. Leuk is dat baby’s en kinderen veel woorden zeggen, zonder dat ze het begrijpen wat het eigenlijk betekent. Als ouder is het belangrijk om veel tegen je baby te praten. Ook al begrijpt de baby het niet. Probeer daarom zoveel mogelijk te praten. Stel daarbij vragen aan de baby als er actie wordt ondernomen, denk bijvoorbeeld aan:

  • Wil je wat wat drinken?
  • Ga je mee naar buiten?
  • Zullen we naar opa en oma toe gaan?

Wat goed is om vervolgens te doen is altijd het kind de kans te geven iets terug te brabbelen. Geef de ruimte en tijd om het kind wat geluiden te maken. Hier kun je zelf vervolgens ook weer op reageren met een antwoord. Wees wel bewust dat je niet in babytaal gaat praten, maar praat gewoon normaal. Van het spreken in babytaal, leert het kind namelijk niks.

Bij drie maanden begint je kind te brabbelen. Hierin zegt de baby eigenlijk niks, maar probeert hij wel te communiceren met je. Wat baby’s leuk vinden is hier een reactie op krijgen, zorg dus als ouder dat je hier altijd op reageert. Doe dit zoveel mogelijk als de baby een geluid maakt. Dit heeft namelijk een stimulerend effect, een baby ziet dan in om dit vaker te doen als hij een reactie krijgt. Langzamerhand leert een kind zo meerdere klanken ontdekken. Ook zingen kan helpen om de kind beter te leren praten, regelmatig in huis zingen is dus zeker aan te raden als je hier van houdt!

Bij negen maanden is het kind inmiddels alweer een stukje verder ontwikkeld. Hier ziet hij verbanden tussen het gedrag en wat er wordt gezegd. Leuk is dat je in deze tijd het kind kunt stimuleren om te praten door bijvoorbeeld:

  • Spelletjes te spelen
  • Plaatjes te laten zien
  • Kleine opdrachtjes te geven

Voornamelijk plaatjes laten zien kan goed werken. Denk bijvoorbeeld aan het laten zien van steden, woorden of dieren wat ze vaak erg leuk vinden. Ook geluiden kunnen goed werken, als jij als ouder een geluid nadoet van een dier zal het kind je imiteren waarna je verteld wat voor dier je nadoet.

Tussen de tien en viertien maanden oud leert je kind de eerste woorden vaak zeggen. Dit zijn vaak de belangrijkste woorden die hij vaak hoort, denk hierbij aan mama en papa. In deze tijd pakt je kind het beter op om nieuwe woorden te leren, al gaat het nog niet zo snel. Probeer goed aandacht te besteden als ouder om nieuwe woorden te leren voor het kind.

Na 1,5 jaar is het goed om het kind te stimuleren te leren praten door voor te lezen. Elke dag even voorlezen uit een kinderboekje doet wonderen. Zo leert hij dagelijks nieuwe wonderen en kan hij vaak zo slapen hierna. Na 18 maanden begint je kind met het maken van kortere zinnen,  het is hierbij belangrijk dat je kind voelt dat je begrijpt wat hij zegt. Het is daarom altijd belangrijk om goed te antwoorden als je kind wat wilt zeggen. Als voorbeeld wanneer het kind zegt ‘kat lief’, waarop je zelf reageert: ja, de kat is lief? Zo leert je kind beter de juiste woorden gebruiken.

Alle tips op een rij

  • Zorg dat je veel praat tegen je kind. Probeer als ware gesprekjes te beginnen en antwoord op je kind als hij wat probeert te brabbelen.
  • Start met voorlezen van boekjes bij de leeftijd van circa 18 maanden.
  • Laat plaatjes zien en benoem deze.
  • Wanneer je kind korte zinnen maakt, probeer deze vollediger te maken. Doe dit op een vrolijke manier zodat hij langzamerhand meer woorden leert kennen en grotere zinnen leert maken.
  • Benoem zaken waar je kind naar kijkt. Loop je met je kind ergens, benoem zoveel mogelijk. Zo leert hij nieuwe woorden ontdekken.
  • Let op dat je zelf niet praat als een baby, praat als een ouder. Anders gaat je kind het zelf ook niet leren. Een kind leert wat hij hoort. Let dus altijd even goed op je stem en klanken, het gebruik van verschillende tonen en klanken is belangrijk.
  • Let ook op de lichaamstaal wanneer je wat wilt uitstralen.
  • Bepaalde baby speelgoed kan helpen voor meer interactie.

Leuke weetjes

  • Wist je dat baby’s tussen de 18 en 24 maanden ruim 200 woorden leren?
  • Wanneer kinderen een ouder broertje of zusje hebben, ze vaak later praten.
  • Wanneer een kind opgroeit in een omgeving waar op veel gevarieerde manieren wordt gesproken, het kind vaak beter start op school.
  • Een kind dat borstvoeding krijgt brabbelt eerder dan een baby die flesvoeding krijgt.
Wanneer leert je kind praten?

Wanneer leert je kind praten?

Kind leert pratenAls ouder wil je natuurlijk weten wanneer je kind leert te praten, dit is een cruciale ontwikkeling voor het kind. En dat wil je als ouder uiteraard goed bij houden. Kinderen leren te praten in de eerste twee tot drie jaar. Hieronder zullen we uitlichten per maand wat de kinderen ongeveer leren, zodat je zelf het een beetje bij kunt houden bij je eigen kind.

1 tot 3 maanden

Praten doen ze eigenlijk nog niet echt, de communicatie die er bij baby’s is, is voornamelijk huilen. Wat wel geconstateerd kan worden is of een baby huilt omdat hij voeding wilt of omdat hij moe is. Daarnaast zie je de baby’s regelmatig brabbelen, kuchen of zuchten.

4 maanden

In deze periode begint hij langzamerhand te brabbelen. Hier kan de baby soms zijn eerste woordje zeggen als ‘mama’ of ‘papa’. Echt praten is het nog niet, vaak probeert het kind wat te brabbelen zonder dat hier echt wat uitkomt.

6 tot 9 maanden

In deze tijd zal de baby een stuk meer brabbelen. Langzamerhand wordt het brabbelen iets logischer en begint het meer op praten te lijken. De baby leert langzamerhand tonen en klanken te gebruiken die hij hoort. In deze fase kun je ook beter je baby leren praten, door zelf veel te praten tegen hem.

12 tot 17 maanden

Na een jaar leert je baby vaak een aantal woorden die hij vaak als antwoord gebruikt. Je zult merken dat hij vaak dezelfde woorden gebruikt. Ook begint de baby nu te intoneren wanneer hij wat wilt overbrengen. Leuk om te zien in deze periode is dat de baby bewust wordt dat hij met woorden zaken voor elkaar krijgt. Hierdoor wilt hij vaak ook steeds meer praten. Ook zul je merken dat de klank soms hoog is bij een vragend woord.

18 tot 24 maanden

Je zult merken dat het kind hier snel leert praten. Het kind pakt nu alles veel sneller op. Hij leert hier zelfs wel tien of meer woorden op een dag en gaat hier ook langzamerhand zinnen proberen te maken. Dit start vaak met kleinere zinnen van enkele woorden. Ook leuk om te zien is dat de baby vaak zelfstandige naamwoorden door elkaar haalt.

25 tot 36 maanden

In deze tijd groeit de vocabulaire van het kind enorm. Hier leert hij hele zinnen te maken met vaak simpelere woorden. Opvallend in deze periode is dat kinderen moeite hebben met het gebruiken van de juiste volume, zo praten ze soms te hard. Rond de drie jaar kan een kind vaak normaal praten met een juiste spraakpatroon.

Elk kind is anders

Het bovenstaande scheme is natuurlijk per kind verschillend. Sommige kinderen lopen voor, sommigen lopen achter en dat kan ook heel normaal zijn. Elk kind ontwikkelt zich anders. Als ouder hoef je dus ook niet direct zorgen te maken als je kind wat achterloopt. Wanneer je echter constateert of het gevoel hebt dat je kind wel erg ver achterloopt, dan is het goed om je huisarts hierover te raadplegen.

In een ander artikel op onze website geven wij tips om het kind beter te leren praten.

Peuterpuberteit: Hoe ga je ermee om & Tips

Peuterpuberteit: Hoe ga je ermee om & Tips

De peuterpuberteitDe peuterpuberteit, soms geweldig, soms zwaar vervelend. Vaak een tijd dat er veel te beleven is in huis. De puberteit begint rond een jaar of twee en kan in soms een chaotische tijd zijn. De peuterpuberteit is een tijd dat het kind de wereld en de grenzen gaat verkennen. Het kind probeer onafhankelijker en zelfstandiger te worden, maar is tegelijkertijd bang om echt los te zijn van zijn ouders. En dat kan als ouder soms best lastig zijn om hiermee om te gaan. Uiteraard verschilt het per kind natuurlijk. In dit artikel zullen wij dan ook ingaan op wat deze tijd precies is, hoe het ontstaat en krijg je tips hoe je hier het beste mee om kunt gaan.

Wanneer ontstaat de peuterpuberteit?

Dit is meestal rond de 18 maanden en duurt vaak ook tot de kleutertijd. Het ontstaat eigenlijk wanneer de peuter ontdekt dat hij anders is dan zijn ouders, dit komt omdat hij beter doorkrijgt hoe de wereld in elkaar zit. Hierdoor gaat de peuter ook de wereld verkennen en vaak grenzen uittesten. Het kind probeert zelfstandiger te worden (al lukt dit vaak nog niet). Ze kunnen natuurlijk nog niet zoveel als ze soms denken te kunnen. Dit leidt vaak dat er irritaties komen en regelmatig ook angst. Ook zul je merken dat stemmen veranderen, wat ook voor de peuter zelf verwarrend is natuurlijk.

Ook emoties spelen in deze tijd een grote rol, zo is de peuter op het ene moment heel blij en andere moment weer verdrietig. Vaak zonder dat je doorhebt waar het aan ligt. Dit is natuurlijk als ouder erg vervelend.

In deze periode ontwikkeld de peuter ook een persoonlijkheid, wat erg belangrijk is voor de ontwikkeling. Dit is een cruciale tijd. In deze tijd leert de peuter dat hij ‘zelfstandig’ en ‘onafhankelijk’ is, wat ook betekent dat hij vaak zijn eigen weg wil (wat vaak voor conflicten zorgt). Hier leert en neemt de peuter vaak zijn eigen beslissingen. Hier zul je merken dat de peuter het vaak ergens niet mee eens is omdat hij zelf een andere beslissing heeft genomen. Dit kunnen soms leuke situaties zijn, maar ook vervelende situaties.

Ook wordt de peuter langzamerhand onafhankelijk, je zult merken dat hij zelf beslist en ook doet wat hij zelf wil. Wat je vaak merkt is dat hij in opstand komt als je de peuter iets dwingt. Dit wil hij vaak zelf bepalen. Daarnaast wilt de peuter vaak iets zelf doen, dit merk je dat hij hulp weigert of zich irriteert als er hulp bij komt kijken. Ook dit kunnen soms moeilijke situaties om hier goed mee om te gaan als ouder. Later in dit artikel geven we nog een paar tips hiervoor.

Nu de peuter zelfstandiger en onafhankelijker is zul je merken dat hij ook zijn eigen ego ontdekt. Hierbij denkt hij vaak niet aan andere, maar alleen aan zichzelf. Dit kan de peuter soms wel erg vervelend maken! Hij wilt namelijk alles op zijn eigen manier en alle spullen zijn van hem. Hij merkt niet op dat dit niet netjes is en komt in opstand als je hier tegen in gaat.

Ten slotte zul je merken dat de peuter last krijgt van frustratie en angst. Hij wilt namelijk zelfs beslissen, wat hij vaak helemaal niet kan. Dit zorgt ervoor dat er verwarring optreed en er veel emoties los komen. De peuter wordt vaak boos op zichzelf omdat hij toch te graag zelfstandig wilt zijn, maar dit vaak helemaal niet aandurft. Dit zorgt er vaak voor dat er angst bij hem is.

Driftbui

Ook een driftbui komt vaak voor tijdens de peuterpuberteit. Dit zijn als ware emoties die worden geuit. Dit wordt vaak geuit in in huilen, het inhouden van adem, tot aan uitbarstingen aan toe. Vaak dit is bij jongens en meisjes verschillend. Sommige peuters houden van schreeuwen en andere krijsen weer enorm. Soms zo erg dat ze er van moeten overgeven of zelfs even helemaal stijf staan. Het voldoet aan driftbui als de één of meerdere van deze volgende uitingen zich voordoen:

  • Verstijving
  • Op grond laten vallen
  • Schreeuwen
  • Gillen
  • Huilen
  • Duwen en trekken
  • Jammeren
  • Wegrennen

Dit ontstaat vaak door het eten, slapen, aankleden of een frustratie rondom een voorwerp.

Opvallend is dat verstijving vaak voorkomt bij jonge peuters, bij een wat oudere leeftijd komt schreeuwen vaker voor. Gelukkig is een driftbui vaak snel over, meestal na circa vijf minuten. Het valt ook niet altijd voorkomen. Een driftbui kent altijd wel een soort van startpunt, waar met ingrijpen het soms kan voorkomen. Wanneer er hier niet ingegrepen wordt, dan zal geen oplossing meer helpen op dat moment. Dan is het wachten tot de driftbui over is.

Raak niet gefrustreerd als ouder

Wat vaak gebeurd is dat je als ouder ook gefrustreerd raakt. Wat meer dan logisch is natuurlijk. Hieraan gevaarlijk is dat sommige ouders zich afvragen of zij het kind wel goed opvoeden, omdat het kind continue driftbuien heeft. Het is daarom belangrijk bewust hiervan te zijn, dat het niet aan jouw als ouder ligt. Heel veel peuters krijgen hiermee te maken. En als ouder kun je ook niet altijd weten wat er in het kind omgaat. Zorg dat je als ouder niet de schuld aan jezelf geeft, maar wees bewust dat dit een fase is die je moet overkomen en dat het vanzelf weer over gaat na een tijd. Ga niet twijfelen aan je ouderschap. Wat je natuurlijk wel leren als ouder is hoe je beter met deze buien en deze puberteit om kunt gaan.

Wat moet je niet doen als ouder? Tips

Straffen

Straffen gaat niet helpen, hoe lastig het vaak ook klinkt. Strenge maatregelen nemen omdat de peuter een driftbui heeft, biedt geen oplossing. Vaak werkt dit zelfs extra averechts.

Onderhandelen

Ga niet met je kind onderhandelen tijdens een driftbui. Ook dit heeft geen zin. Je kind wilt vaak aandacht en met onderhandelen geef je hier aan toe, het kind zal je proberen te manipuleren. Het beste is om daarom geen aandacht te geven.

Toegeven

Vaak krijg je als ouder het gevoel om alles toe te geven, om de rust in huis te bewaren. Ook dit werkt niet. Nu je peuter dit doorkrijgt, weet hij dat hij de volgende keer dit weer kan doen waardoor het niks oplost.

Wat moet je wel doen? Tips

Geef er nooit aandacht aan, je zult vaak zien dat de peuter aandacht op eist. Toegeven en onderhandelen zoals hierboven beschreven zijn daarom niet aanbevolen.

Dit is wel aan te raden:

Afleiden

Door de peuter af te leiden, kun je hem proberen bezig te houden met wat anders. Stel dat hij aan schreeuwen is, leg dan wat speelgoed voor of wijs het aan en probeer zijn interesse daarin te wekken.

Positief gedrag belonen

Wanneer je peuter goed gedrag vertoont, beloon hem hier ook voor. Zodat hij weet dat positief gedrag, goed gedrag is. Hierdoor zou hij eerder deze handelingen herhalen.

Let op de lichaamstaal

Uitstraling is erg belangrijk, wanneer je wat duidelijk wilt maken aan het kind zorg dan dat je dit ook echt uitstraalt. Als voorbeeld, wanneer je boos bent: ga niet lachen. Wanneer je iets duidelijk wilt maken: laat dit ook echt zien door de juiste lichaamstaal hierbij te gebruiken.

Roken en borstvoeding – Hoe zit dat?

Roken en borstvoeding – Hoe zit dat?

Borstvoeding is een cruciaal element voor de ontwikkeling van het kind. Het geeft het kind namelijk voedingstoffen. Het is dus erg belangrijk als moeder wat je zelf binnen krijgt. Dit betekent dat je dus moet letten wat je eet, drinkt, welke medicijnen je gebruikt en of je geen schadelijke stoffen via roken binnen krijgt. Roken tijdens de zwangerschap is al erg slecht, maar ook na de bevalling is de combinatie van roken en het geven van borstvoeding niet aangeraden. Het roken zorgt voor diverse schadelijke effecten welke wij hieronder zullen uitlichten.

Hoe komt dit?

Roken tijdens de borstvoeding leidt er toe dat zowel de toeschietreflex als melkproductie niet optimaal functioneren. Tevens kan het leiden dat een baby die gevoed wordt last krijgt van de volgende klachten:

  • Langdurig huilen
  • Misselijkheid
  • Overgeven
  • Buikkramp
  • Diarree
  • Luchtweginfecties

Wanneer je als moeder niet zonder roken kunt, doe dit dan altijd na de borstvoeding en niet tijdens de borstvoeding. Zo heeft het lichaam even tijd om de afvalstoffen van het roken te filteren voordat de volgende borstvoeding wordt gegeven.  Het duurt namelijk circa anderhalf uur voordat het nicotine uit het lichaam is na één sigaret. Dit betekent dat je dus ook geen borstvoeding moet geven binnen anderhalfuur na het roken van een sigaret. Het is ook niet verstandig om te roken in de buurt van je kind, rook zelf niet en laat ook anderen niet roken als je kind in de buurt is. Mocht je niet kunnen stoppen, lees dan is het artikel op Mamazijn met tips over hoe te stoppen met roken als je zwanger bent.

Roken tijdens de zwangerschap periode

Wat is het effect precies van roken?

Roken zoals net al al aangegeven zorgt dat de melkproductie niet optimaal is, het verlaagt namelijk het prolactinegehalte. Volgens diverse onderzoekers is dit alleen niet bevestigd. Het schijnt dat het mechanisme, de interactie tussen het rook en prolactinegehalte nog niet altijd echt duidelijk is. Wat onderzoeken wel hebben aangetoond is dat baby’s die borstvoeding binnenkrijgen van moeders die roken, achterblijven de eerste maanden in vergelijking tot baby’s van niet-rokende moeders. Daarnaast kunnen de klachten die eerder zijn genoemd naar boven komen. Deze kunnen ook gewoon voorkomen, maar de kans is groter in dit geval toont onderzoek aan.

Als ouder zou je voor de zwangerschap moeten stoppen met roken, tijdens de zwangerschap kan het namelijk al voor erg schadelijke effecten zorgen voor het ongeboren kind en ook roken tijdens de borstvoeding is zoals hierboven te zien niet aanbevolen. Denk altijd aan de gezondheid van het kind en zorg dat deze voorop staat. Nadat het kind gegroeid is zou er gerookt kunnen worden, maar doe dit altijd uit de buurt van het kind en zorg dat hij of zij er geen last van heeft.

Hetzelfde geldt voor het gebruik van alcohol en andere slechte middelen.

sigaretten

Waarom het nog wel beter is dan kunstvoeding

Roken en borstvoeding is slecht, maar nog slechter is om kunstvoeding te geven. De kans dat een luchtweginfectie wordt verkregen bij een baby die kunstvoeding krijgt is namelijk nog groter volgens onderzoeken.

Tips om de invloed op je baby te verminderen

Een tip om te minderen is om nicotinepleisters te gebruiken, hiermee lukt het vaak om minder te roken. Ook hier zit nicotine in, maar deze bereikt de moedermelk minder goed dan rook uit een sigaret. Wanneer je nog een aantal maanden hebt voor de bevalling is het al verstandig om te beginnen met nicotinepleisters, op deze manier kun je langzamerhand afbouwen en kun je er wellicht van afkomen voordat je officieel zwanger bent. Ook kun je een antirook magneet gebruiken om te stoppen. Het plotseling stoppen in de tijd dat je borstvoeding geeft kan ook effecten hebben op de baby, dit kan voor ontwenningsverschijnselen zorgen zoals een verstoring van het slaappatroon, maar ook irritaties en hoofdpijn bij de baby.

Is het jou gelukt om tijdens de zwangerschap en borstvoeding niet te roken? Wij zijn benieuwd naar jouw ervaringen.

Mamazijn logo big

 

Dit artikel bevat affiliate links. Koop jij via die link een product? Dan ontvangt Mamazijn.nl een klein percentage van het aankoopbedrag. Dit kost jouw niets extra’s. 

Baby doorslapen – Wanneer & Hoe en meer Tips

baby laten doorslapenWaar in een ander artikel op onze website hebben geschreven over het slaapritme van een baby, gaan we in dit artikel specifiek in op het door laten slapen van de baby.

Zo komt onder andere het volgende aanbod in dit artikel:

  • Het leren doorslapen van de baby
  • Wanneer baby leren doorslapen
  • Tips om de baby te leren doorslapen
  • Veelgestelde vragen omtrent slapen van baby’s

Alle informatie die nodig is, zodat je op de hoogte bent als ouder.

Doorslapen betekent in feite dat de baby de eerste maanden na de bevalling doorslaapt voor circa 6 a 7 uur na de laatste (borst)voeding. Baby’s hebben in het begin een heel ander ritme, ze kennen nog geen dag- en nachtritme. Dit ontwikkelen ze later pas in een later stadium. Baby’s leven negen maanden in een baarmoeder en hebben continue voeding nodig, dit betekent dat het lastig is voor een baby lang door te slapen.

Baby leren doorslapen tips

Het belangrijkste om een baby goed te laten doorslapen is om een dag- en nachtritme te laten ontwikkelen. Maar dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Veel ouders hebben hier ook problemen mee. Om de baby beter te leren laten doorslapen kun je de volgende tips toepassen:

Zorg voor een slaapritueel. Dit kan vanaf circa twee maanden. Probeer elke keer dezelfde volgorde van handelingen uit te voeren voordat de baby moet slapen, hierdoor krijgt de baby het langzaam beter door. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geven van voeding, het omkleden van de baby, een boekje lezen of zingen waarna je hem in zijn bedje legt.

Leg de baby wakker in bed. Het is verstandig om vanaf circa zes tot acht weken te starten met de baby enkele keren per dag wakker in zijn bed te leggen. Dit stimuleert de baby om zelf te leren slapen, zonder afhankelijk te zijn van zijn ouders. Belangrijk is dat dit wel op de juiste momenten gebeurd. Dit kun je het beste doen wanneer de baby redelijk moe is. Klaarwakker in zijn bed leggen gaat niet werken. Wanneer de baby een beetje moe is, wordt hij langzaam bewust dat de bedoeling is om te gaan slapen op dat moment.

Een tip dat meegegeven kan worden is om zo min mogelijk oogcontact te hebben. Baby’s worden namelijk gestimuleerd door oogcontact.

Zorg dat de baby wat vertrouwds in bed heeft. Een klein knuffeltje, doekje of speentje doet het vaak goed bij baby’s.

Voed de baby vaker overdag. Ook dit is een tip die vaak goed werkt. Wanneer de baby overdag vaker gevoed wordt, betekent dit vaak dat hij s’ nachts minder voeding heeft. Met name na vier maanden zijn de baby’s erg alert. Dan eten en drinken ze vaak net genoeg, waardoor ze er s’nachts weer uit willen. Dit kun je dus beter voorkomen door overdag de baby vaker te voeden.

Zorg voor een donkere kamer. Een donkere kamer is erg belangrijk, dit zorgt dat de baby een beter dag- en nachtritme ontwikkeld. Zo leert hij omgaan met de biologische klok en ziet hij het verschil tussen overdag en s’ nachts. Zorg dus dat er zo min mogelijk licht in de kamer is. Goede donkere gordijnen zijn dus van belang.

Beperk de interactie tijdens de nachtvoedingen. Het is goed om de nachtvoedingen zo ‘saai’ mogelijk te houden. Het is goed om dan even niet te knuffelen, te praten, te zingen of welk ritueeltje je ook hebt. De baby zal dan beter door krijgen het de bedoeling is om te slapen in de nacht.

Haal je baby er op een vast tijdstip uit. Na drie maanden is het goed om een vast tijdstip aan te houden wanneer je de baby uit zijn bedje haalt. Zo ontwikkeld hij ook een beter ritme. Ook s’avonds op dezelfde tijd erin leggen is verstandig. Zo doe je er goed aan om het ook duidelijk te maken aan de baby dat het ochtend is. Dit kun je doen door de gordijnen open te trekken en wat te praten tegen de baby. S’ avonds kun je ook een beter ritme ontwikkelen door even rustig te doen voor het slapen: zet geen tv aan, geen muziek en wees rustig. Lees bijvoorbeeld even een boekje voor.

Wees op de hoogte wat je kunt verwachten. Het is goed om op de hoogte te zijn, baby’s zullen tussen de twee en vier maanden ‘doorslapen’. Wat dus betekent dat de baby circa 6 uur slaapt. En dat is vaak net niet genoeg tot de volgende ochtend, waardoor je er vaak toch eerder uit moet en je slaap moet ontbreken. Pas vanaf circa 6 maanden leren de baby’s echt goed doorslapen tot de volgende ochtend en kun je zelf ook weer beter doorslapen.

Hieronder gaan we in op diverse vragen die vaak worden gesteld en belangrijk zijn om op de hoogte van te zijn.

Mag een pasgeboren baby gewoon doorslapen als hij niet wakker wilt worden om gevoed te worden?

Dit hangt af van de situatie, het heeft namelijk te maken met het geboortegewicht. Wanneer de baby een laag geboortegewicht heeft, rond de 2000 gram, dan heeft de baby s’nachts toch echt twee keer voeding nodig om te groeien. Maar wanneer de baby een tienponder is, dan kan de baby rustig een keer doorslapen. Het is belangrijk dat hij genoeg voeding binnenkrijgt, bij borstvoeding is dit meestal zo circa 7 a 10 keer op een dag.

Wanneer slaapt een baby echt door?

Dit is natuurlijk fijn te weten als moeder. Dit is vanaf een maand of zes ongeveer. Dit kan uiteraard verschillen per baby, al is zes maanden het gemiddelde.

Slaapt een baby beter bij flesvoeding?

In de meeste gevallen wel, dit komt omdat voeding uit een fles makkelijker is te verteren voor een baby dan borstvoeding. Dit zal zorgen dat de baby dus minder snel wakker wordt in de nacht.

Mijn baby vanaf zes maanden wordt s’nachts ineens vaker wakker, hoe kan dit?

Dit heeft te maken met de voeding van de baby’s. Vanaf zes maanden zijn ze toe aan bijvoeding. Ze hebben dan net behoefte aan wat meer voeding. Het is dan belangrijk de bijvoeding langzaam op te bouwen. In deze fase start je ook langzaam met vast voedsel zodat hij hier aan kan wennen.

Kunnen er andere oorzaken zijn waardoor de baby wakker wordt?

Niet alleen een behoefte van voeding kan leiden dat de baby wakker wordt. Ook een vieze luier, een krampje of buikpijn kan leiden dat de baby wakker wordt. Daarnaast kan een baby die verkouden is ook sneller wakker worden, of als de baby te warm is.

Moet ik elke keer naar mijn baby gaan als hij wakker wordt?

Verwen je baby niet teveel met aandacht, tenzij de baby gaat huilen. Dat kan er ook wat anders aan de hand zijn. Wellicht is er behoefte aan voeding of wat anders. Zorg alleen dat je niet de baby gaat verwennen door hem eruit te halen of bijvoorbeeld te knuffelen in de nacht.

Kan een baby ’teveel’ slapen?

Nee, elke baby heeft een andere behoefte. De ene baby slaapt dus meer dan de andere zoals ook wordt verteld in het artikel over slaapritme van baby’s. Probeer het kind dus niet gedwongen wakker te houden. Hij wordt vanzelf moe en weet vaak wel wanneer hij wilt slapen.

Conclusie

Slaap is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de baby. Een baby moet rustig zijn ritme leren opbouwen, wat tijd kost. Geef dit ook en neem hier de tijd voor, dit leert een baby niet van de ene op andere dag. Werk continue met een structuur, zorg voor genoeg voeding en probeer een dag- en nachtritme te ontwikkelen. Je zult dan vanzelf zien dan dat het na een aantal maanden beter gaat.